Wallische geit
Van alle geiten is de Wallische geit of Walliser Schwarzhals Ziege, zoals het dier in Zwitserland heet, misschien wel de meest behaarde. Maar het meest opmerkelijke is wel de scherpe scheiding tussen zwart en wit, die in het ideale geval precies over het midden van het lichaam loopt. Deze scheiding is het gevolg van fokken. Vroeger was de verhouding tussen zwart en wit waarschijnlijk anders: de naam Walliser Schwarzhals Ziege suggereert tenminste dat vooral de nek zwart was en de rest van het lichaam wit. Ze waren dus vroeger meer wit dan zwart en dat is in een sneeuwlandschap natuurlijk een stuk veiliger. Tegenwoordig wil de boer zijn vee echter van een grote afstand kunnen zien; vandaar het fokken naar meer zwart en twee sterk te onderscheiden helften.
De Wallische geit heeft lange horens. Zo’n drie keer per jaar moet de kam door de haren om alle klitten eruit te halen. Anders gaat de vacht vervilten en dat is niet de bedoeling. De vacht dient zowel in de zomer als winter als isolatie. De Wallische geit wordt daarom niet geschoren.
Locatie: Zonnepark Belvédère